Leesvaardigheid curriculumbreed versterken? Stap 1: Een goede basis

Momenteel is er een flink debat gaande over de vraag of we vooral moeten gaan investeren in basisvaardigheden of juist in een kenniscurriculum. De eerste groep is fel voorstander van grondig taalonderwijs van hoge kwaliteit, de andere groep ziet vakken als ‘begrijpend lezen’ liefst zo snel mogelijk verdwijnen van het rooster. Een van de aanbevelingen in mijn proefschrift is om het leesonderwijs te integreren met het zaakvakonderwijs. We moeten zoeken naar een manier om binnen een het curriculum gelijktijdig aan leesvaardigheid (basisvaardigheden) en aan kennis over de wereld te gaan werken (kenniscurriculum). Geen óf, óf, maar én, én. Maar hoe doe je dat?

In de komende blogs bespreek ik drie uitgangspunten die kunnen helpen om gelijktijdig aan leesvaardigheid én vakinhoudelijke doelen te werken, ook als je het leesonderwijs ‘gewoon’ nog als een los vak op je rooster hebt staan. We moeten namelijk wel beseffen: werken aan leesvaardigheid in het héle curriculum is cruciaal, maar ook behoorlijk ingewikkeld.Deze drie handvatten heb ik de afgelopen weken ook gepubliceerd op mijn Instagrampagina (zie @leesonderwijs) maar ik neem jullie graag ook hier mee in dat verhaal. Het centrale uitgangspunt van deze eerste blog:

Leg eerst een goede basis door aan conditionele kennis te werken

Zorgen dat we ook bij lessen biologie of wereldoriëntatie aan leesvaardigheid werken is ontzettend belangrijk: veel te lang hebben we verkaveld onderwijs gegeven: een uurtje begrijpend lezen en meteen weer door naar het volgende vak op het rooster. Niet voor niets deden Van Gelderen en Van Schooten al in 2011 in hun artikel al een oproep voor ontkaveling in het curriculum: geen losse vakken, maar veel meer samenhang. Een eerste stap is wat mij betreft niet om meteen het hele vak ‘begrijpend lezen’ af te schaffen, maar om daar een goede basis te leggen voor leesvaardigheid in het hele curriculum.

Tijdens leeslessen kun je uitgebreid aandacht besteden aan de kennis en vaardigheden die nodig zijn om een vaardige en zelfstandige lezer te worden. Om ervoor te zorgen dat leerlingen hun kennis van begrijpend lezen gaan toepassen BUITEN de leesles, moeten we wel dat vak anders gaan inrichten. Er is meer nodig dan een uurtje werken aan een tekst-met-vragen. Een kernconcept zou conditionele kennis moeten zijn: leerlingen moeten tijdens leeslessen vooral gaan leren wanneer en waarom een bepaalde vaardigheid van belang kan zijn. Die conditionele kennis is nodig om een zelfregulerende, probleemoplossende lezer te worden, zo blijkt uit jarenlang wetenschappelijk onderzoek. Al in de jaren ’80 stelden Paris, Lipson en Wixson dat leerlingen over declaratieve, procedurele én conditionele kennis moeten beschikken om zelfstandige en strategische lezers te worden die hun leesaanpak goed afstemmen op de tekst en bij begripsproblemen weten wat ze kunnen doen.

Conditionele kennis bij begrijpend lezen?

Juist die conditionele kennis krijgt weinig aandacht in het curriculum (zie bijvoorbeeld deze publicatie). Leerlingen oefenen vooral hoe ze iets moeten doen (procedurele kennis) zonder dat dit wordt gecontextualiseerd, waardoor strategieën erg een doel op zich zijn geworden, in plaats van een middel tot een doel. Vaak zijn lessen voor begrijpend lezen opgebouwd rondom een lesdoel zoals:

(1) Deze les leer je hoe je een schema invult bij een tekst.

Vervolgens gaan leerlingen dat uitgebreid oefenen – maar eigenlijk wordt er nooit ingezoomd op de vraag wanneer of waarom zo’n schema invullen wel of niet handig is. Het is maar de vraag of leerlingen op die manier uiteindelijk conditionele kennis opdoen.

Hoe kan het anders?

Als je de focus op conditionele kennis richt, dan breng je daarentegen juist het wanneer en waarom naar voren in je les, iets wat nodig is om uiteindelijk leerlingen tot toepassing van die vaardigheid buiten de leesles te brengen. Zorg dat je naast een procedureel doel ook zéker aan een conditioneel doel werkt.

(2A) Deze les leer je hoe je een schema invult bij een tekst.

(2B) Deze les leer je ook wanneer en waarom dat handig is om te doen.

Vervolgens ga je tijdens de les in op verschillende leessituaties waarin de strategie juist wel (of niet) handig is om toe te passen. Bijvoorbeeld: als je de inhoud van een tekst wilt onthouden omdat je een biologietoets moet leren, dan helpt het je om een schema te maken bij een tekst. In het schema kun je namelijk in één oogopslag de belangrijkste informatie bekijken.

Ook tijdens modeling is het belangrijk dat je ook werkt aan conditionele kennis. Hiervoor verbaliseer je je denkstappen: al denkende laat je leerlingen zien hoe de strategie (in dit geval: visualiseren/schematiseren) je verder helpt bij het begrijpen van de tekst. De crux zit hem vervolgens vooral in de reflectie op modeling. Al te vaak klappen leerkrachten na modeling het boek dicht als een startsein voor het maken van vragen bij de tekst. Maar ga juist direct na het modelen het gesprek aan over je leesproces: Wat deed ik tijdens het lezen? Werkte dat? Kan ik dat bij een andere tekst ook zo doen? Waneer wel en wanneer niet?

Meer hierover weten? Kom naar een workshop! De eerste workshops over effectief leesonderwijs staan gepland op 19 september (Diep tekstbegrip bevorderen) en 10 oktober (Een krachtige didactiek) in Amersfoort. Klik hier voor meer informatie of klik hier voor de tarieven en aanmelden!

Link naar Instagrampost

Plaats een reactie